Programma voor de Creatieve Industrie

Actief verbindingen leggen

De Creative Challenge Call is een van de onderdelen van het Programma voor de Creatieve Industrie. Deelnemers aan de CCC komen in aanmerking voor subsidie met projecten die de verbindingen tussen creatieve bedrijfstakken en andere delen van het bedrijfsleven versterkten. In totaal is een bedrag van acht miljoen euro beschikbaar. Het eerste deel is via een tender verdeeld over kleinschalige projecten. In november 2006 is drie miljoen euro verdeeld over 39 projecten (de maximale bijdrage per project bedroeg € 100.000). De resterende vijf miljoen euro gaat naar een klein aantal grote projecten.

Financiële condities voor creatieve bedrijven versterken

Maatregelen uit Het Programma moeten de bestaande financieringsmogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf meer geschikt maken voor creatieve sectoren. Creatieve starters krijgen ook meer financieringsmogelijkheden. Daarnaast krijgen kunstenaars makkelijker toegang tot alternatieve financieringsbronnen en zijn de mogelijkheden voor cultureel beleggen uitgebreid. Onder andere de Triodos Bank en de Kunsthal Rotterdam maken hier nu gebruik van. Tot slot promoot de Stichting Kunst & Zaken het cultuurmecenaat. Een mecenas is iemand die een kunstenaar financieel ondersteunt. De Stichting onderzoekt de mogelijkheden voor meer samenwerking tussen kunstenaars en mecenassen.

Randvoorwaarden voor intellectueel eigendom verbeteren

Intellectuele eigendomsrechten zijn van groot belang voor creatieve bedrijfstakken. Vooral het auteursrecht speelt een belangrijke rol. Het kabinet ondersteunt een alternatief systeem voor auteursrechtelijke licenties, Creative Commons. Ook onderzoekt het kabinet de positie van auteurs binnen het auteurscontractenrecht. Verder geeft onder andere het innovatienetwerk Syntens voorlichting aan ondernemers over intellectuele eigendomsrechten.

Internationalisering intensiveren

De overheid wil de export van creatieve producten vergroten door de creatieve sectoren te internationaliseren. Dit gebeurt op drie manieren. Ten eerste nemen Nederlandse kunstenaars deel aan evenementen in het buitenland. Ten tweede wordt buitenlandse deelname of bezoek aan Nederlandse evenementen gepromoot. Tot slot loopt er een onderzoek naar het gebruik van de bestaande instrumenten. Daarnaast wil de overheid met cultuur het Nederlandse imago versterken. Dit wil zij doen door gebruik te maken van Nederlandse creatieve bedrijfstakken en mensen met een goede naam in het buitenland.

Cultureel management verder professionaliseren

Studenten die een culturele studie volgen krijgen binnen het vakonderwijs te weinig commerciële bagage. Hierdoor vinden ze het moeilijk om na hun studie de mogelijkheden op de markt te benutten. Daarom gaan docenten in het kunstvakonderwijs structureel onderwijzen in ondernemerschap. Verder ontwikkelen de stichtingen Kunst & Zaken en Kunstenaars & CO samen het project Creative co-makership. Het doel van dit project is om het kunstvakonderwijs beter af te stemmen op de beroepspraktijk. Tenslotte wordt onderzoek gedaan naar de belemmeringen die musea ondervinden wanneer zij willen samenwerken met private bedrijven.

Contact