Subsidies

Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013

Jaarbudget:
Variabel
Per uitgifte
Afhankelijk van aanvraag
Indientermijn:
Doorlopend

Realiseer jouw ambitie

Realiseer jouw ambitie

Meld je hier aan

Projectsubsidie voor scholen voor voortgezet onderwijs (vo) en scholen voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) om te bevorderen dat meer leerlingen het onderwijs verlaten met tenminste een startkwalificatie op het niveau van het diploma van een opleiding mbo2.

Artikel 2. Doelomschrijving

  • 1. De minister verstrekt overeenkomstig de voorschriften van deze regeling op aanvraag projectsubsidie om te bevorderen dat meer leerlingen het onderwijs verlaten met tenminste een startkwalificatie op het niveau van het diploma van een opleiding mbo2.
  • 2. Ter bereiking van het doel, bedoeld in het eerste lid, wordt:
    • a. de leergang vmbo-mbo2, bedoeld in artikel 3, ingericht;
    • b. wetenschappelijk onderzoek verricht gedurende de experimenteerperiode naar de meerwaarde van de leergang vmbo-mbo2 ten opzichte van samenwerking op grond van artikel 25a van de WVO tussen scholen voor vmbo en instellingen die beroepsonderwijs verzorgen als bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van de WEB.

Artikel 3. Leergang vmbo-mbo2

  1. In de leergang vmbo-mbo2 worden het derde en vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo en de verwante opleiding mbo2 als een programmatisch geheel aangeboden aan leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg aan een vmbo-school op de locatie van de vmbo-school of van de instelling. De studieduur van de leergang vmbo-mbo2 bedraagt ten hoogste vier jaar.
  2. Het onderwijs in de leergang vmbo-mbo2 is zodanig ingericht dat de leerling het diploma van de opleiding mbo2 behaalt binnen de studieduur, bedoeld in het eerste lid.

Paragraaf 2 Aanvraag subsidie

Artikel 4. Subsidieaanvrager

De subsidie ingevolge deze regeling kan worden verstrekt aan de volgende aanvragers:

  • a. het bevoegd gezag van een vmbo-school die op grond van de WVO wordt bekostigd en die op basis van een samenwerkingsovereenkomst samenwerkt met een instelling,
  • b. het bevoegd gezag van een instelling die op grond van de WEB wordt bekostigd en die op basis van een samenwerkingsovereenkomst samenwerkt met tenminste één vmbo-school, of
  • c. het bevoegd gezag van een agrarisch opleidingscentrum of van een verticale scholengemeenschap.

Artikel 5. Aanvragen

  1. De subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 4, onder a en c, dient ten behoeve van subsidiëring van een leergang vmbo-mbo2 die op 1 augustus 2008 start, binnen twee weken na inwerkingtreding van deze regeling een schriftelijke aanvraag in bij de minister. Aanvragen die na deze periode worden ingediend, worden afgewezen.
  2. De subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 4, dient ten behoeve van subsidiëring van een leergang vmbo-mbo2 die op 1 augustus 2009 start, uiterlijk op 12 december 2008 een schriftelijke aanvraag in bij de minister. Aanvragen die na deze datum worden ingediend, worden afgewezen.
  3. Een aanvraag van een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 4, onder a of b, wordt
  4. uitsluitend ingediend door middel van een volledig ingevuld en door de samenwerkende bevoegde gezagsorganen ondertekend formulier dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.
  5. Bij de aanvraag, bedoeld in het derde lid, wordt een door het bevoegd gezag van een vmbo-school en het bevoegd gezag van een instelling ondertekende samenwerkingsovereenkomst gevoegd.
  6. Een aanvraag van een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 4, onder c, wordt uitsluitend ingediend door middel van een volledig ingevuld formulier als bedoeld in het derde lid. Bij de aanvraag, bedoeld in de vorige volzin, wordt een door het bevoegd gezag van die instelling opgestelde interne regeling waarin is geregeld op welke wijze het project wordt uitgevoerd, gevoegd.
  7. Uit de omschrijving op het formulier, bedoeld in het derde en vijfde lid, blijkt dat de leergang vmbo-mbo2 wordt aangeboden als programmatisch geheel dat aansluit bij het toegestane onderwijsaanbod van de samenwerkende bevoegde gezagsorganen respectievelijk van het agrarisch opleidingscentrum of van de verticale scholengemeenschap.
  8. In de aanvraag wordt aangegeven op welke afdeling, op welk intrasectoraal programma of intersectoraal programma van het vmbo en op welke opleiding of opleidingen mbo2 de aanvraag betrekking heeft alsmede op welke locatie van de aanvrager de leergang zal worden verzorgd.

Artikel 6 Beoordeling aanvraag Een aanvraag voor subsidiëring van een leergang vmbo-mbo2 voldoet aan ten minste de volgende voorwaarden:

  • a. uit de samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel 5, vierde lid, of de interne regeling, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, blijkt dat een goede uitvoering van de leergang vmbo-mbo2 mogelijk is;
  • b. de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 4, onder a of b, heeft een aantoonbare meerjarige ervaring op het terrein van samenwerking tussen vmbo wat de basisberoepsgerichte leerweg betreft, en mbo2, blijkend uit de omschrijving van de organisatie van de leergang vmbo-mbo2 op het formulier, bedoeld in artikel 5, derde lid;
  • c. de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 4, onder a of b, toont door middel van het formulier, bedoeld in artikel 5, derde lid, aan dat de voorbereiding van het project zodanig is gevorderd dat met ingang van 1 augustus 2008 respectievelijk 1 augustus 2009 daadwerkelijk kan worden gestart met het onderwijs in de leergang vmbombo2;
  • d. de leergang vmbo-mbo2 wordt aangeboden aan leerlingen die in het schooljaar 2007-2008 respectievelijk in het schooljaar 2008-2009 het tweede leerjaar van het vmbo hebben afgerond en die in het schooljaar 2008-2009 respectievelijk het schooljaar 2009-2010 in aanmerking komen voor plaatsing in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo;
  • e. uit de omschrijving op het formulier, bedoeld in artikel 5, derde of vijfde lid, blijkt dat ten behoeve van de leerling daadwerkelijk de waarborg en randvoorwaarden, bedoeld in de artikelen 16 en 18, kunnen worden geboden;
  • f. de leergang vmbo-mbo2 wordt verzorgd op één locatie, door personeelsleden die de leerling gedurende de leergang vmbo-mbo2 begeleiden;
  • g. de aanvrager verleent medewerking aan het in artikel 2, tweede lid, onder b, bedoelde wetenschappelijk onderzoek dat gedurende de experimenteerperiode wordt uitgevoerd;
  • h. voor de leergang vmbo-mbo2 die met ingang van 1 augustus 2008 start kan het verzoek uitsluitend worden ingediend door de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 4, onder a en c.

Artikel 8. Beslissing op aanvraag

  1. De minister beslist uiterlijk op 1 augustus 2008 respectievelijk uiterlijk 2 februari 2009 op een aanvraag als bedoeld in artikel 5.
  2. In de beschikking tot subsidievaststelling wordt in ieder geval vermeld:
    • a. op welke vestiging de leergang vmbo-mbo2 wordt verzorgd,
    • b. het aantal leerlingen dat ten hoogste voor subsidie in aanmerking wordt gebracht, en
    • c. op welke sector en op welke opleiding de leergang vmbo-mbo2 betrekking heeft.

Artikel 9. Subsidieverstrekking

  1. 1. De subsidie die voor een aanvraag wordt verstrekt bestaat uit een vast bedrag en een bedrag per leerling.
  2. 2. Het vaste bedrag per aanvrager, bedoeld in artikel 4, bedraagt met inachtneming van het subsidieplafond, bedoeld in artikel 10, ten hoogste € 50.000,-.
  3. 3. De hoogte van het bedrag van de subsidieverstrekking wordt berekend door het aantal leerlingen, vermeld in de beschikking, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b, te vermenigvuldigen met € 8.500.
  4. 4. Indien de leerling vóór 1 oktober van het vierde studiejaar het diploma van de leergang vmbo-mbo2 behaalt, kan de subsidieontvanger vóór 1 november van dat jaar bij de minister een aanvraag indienen voor een diplomabonus. De diplomabonus is een subsidie van ten hoogste € 8.500 per uitgereikt diploma. Bij de aanvraag toont de subsidieontvanger aan dat aan de subsidievoorwaarde, bedoeld in de eerste volzin, is voldaan.
  5. 5. Per samenwerkingsverband wordt slechts eenmaal een vast bedrag verstrekt als bedoeld in het eerste lid.
  6. 6. De subsidieontvanger en de in artikel 4, onder a en b, bedoelde samenwerkende bevoegde gezagsorganen beslissen gezamenlijk over de bestemming van de ingevolge deze regeling ontvangen middelen.

Artikel 10. Subsidieplafond

  1. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is ten behoeve van het vaste bedrag, bedoeld in artikel 9, eerste lid, een bedrag beschikbaar van in totaal ten hoogste € 1.000.000 voor projecten die starten met ingang van 1 augustus 2008 en ten hoogste € 1.000.000 voor projecten die starten met ingang van 1 augustus 2009 voor zover daarvoor niet eerder een vast bedrag op grond van deze regeling is verstrekt.
  2. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is per leerling een bedrag beschikbaar van € 8.500,- per leerling per jaar voor de duur van het project.
  3. Aan de leergang vmbo-mbo2 kunnen landelijk ten hoogste 5000 leerlingen deelnemen, met dien verstande dat aan projecten die met ingang van 1 augustus 2008 starten, landelijk ten hoogste 1500 leerlingen kunnen deelnemen.
  4. Indien het subsidieplafond, bedoeld in het derde lid, in 2008 niet wordt bereikt, wordt met inachtneming van het zesde lid, het subsidieplafond voor 2009 verhoogd met het bedrag voor het aantal leerlingen dat in 2008 is afgewezen.
  5. Voor subsidieverlening ten behoeve van de diplomabonus, bedoeld in artikel 9, vierde lid, is voor projecten die starten met ingang van 1 augustus 2008 ten hoogste € 850.000 beschikbaar en voor projecten die starten met ingang van 1 augustus 2009 ten hoogste € 1.700.000 beschikbaar. Indien het subsidieplafond in enig jaar wordt overschreden, wordt het bedrag, bedoeld in artikel 9, vierde lid, naar evenredigheid verlaagd.
  6. Indien gegrondverklaring van een bezwaarschrift ten aanzien van een project dat start met ingang van 1 augustus 2008, leidt tot overschrijding van het subsidieplafond voor 2008, bedoeld in het derde lid, wordt het bedrag voor het aantal leerlingen dat als gevolg van de gegrondverklaring alsnog kan deelnemen aan de leergang vmbo-mbo2, in mindering gebracht op het subsidieplafond voor 2009.

Artikel 11 Betaling

  1. Het vaste bedrag, bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt betaald in de maand oktober
  2. 2008 respectievelijk de maand oktober 2009.
  3. Het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt vanaf 1 januari 2009
  4. respectievelijk 1 januari 2010 betaald volgens een door de minister te bepalen
  5. kasritme.
  6. De diploma-bonus, bedoeld, bedoeld in artikel 9, vierde lid, wordt betaald voor 1 juli
  7. van het jaar volgend op het jaar waarin de aanvraag, bedoeld in artikel 9, vierde lid,
  8. is ingediend.

Artikel 12 Begrotingsvoorbehoud

In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van artikel 8 vastgestelde subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verstrekt en van de hoogte van de vastgestelde subsidiebedragen. 

Hulp nodig met je aanvraag?

Alles leuk en aardig horen we je zeggen, maar ik ben geen specialist. Maar wij wel! Kom je er niet aan uit? We helpen je graag op weg via onze uitgebreide kennisbank, ons unieke stappenplan en een on demand webinar.

Vertel me meer
Webinar subsidieaanvragen fondswervingonline fondswerving

Contact

Funding informatie

Wij ondersteunen deze organisatie types
Non-profit Overheid
Onze aandacht gaat uit naar
Onderwijs
Wij zijn werkzaam in
Nederland
Deel deze pagina

Deze informatie bekijken?

Begin direct met het realiseren van jouw ambities. We helpen je met het vinden en aanvragen van financiële middelen voor je organisatie of project!

Meer dan 4800 subsidies, fondsen, fiscale regelingen en kredieten

Jouw eigen persoonlijke dashboard

Alle actuele en relevante informatie onder één dak

Word nu lid

Je bent al lid voor slecht €33,- per maand.
Ja, ik wil nu direct lid worden