Subsidies

Tijdelijke subsidieregeling plusvoorzieningen overbelaste jongeren

Jaarbudget:
Variabel
Per uitgifte
Afhankelijk van aanvraag
Indientermijn:
Doorlopend

Realiseer jouw ambitie

Realiseer jouw ambitie

Meld je hier aan

De Tijdelijke subsidieregeling plusvoorzieningen overbelaste jongeren is een subsidie voor de schooljaren 2009–2010 en 2010–2011 aan het bevoegd gezag van een contactschool voor het opzetten en verder ontwikkelen van een of meer plusvoorzieningen.

Artikel 3. Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 59.500.000.

Artikel 4. Berekening subsidiebedrag

  1. Het bedrag van de subsidie voor een contactschool voor de schooljaren 2009–2010 en 2010–2011 is een voor de betreffende RMC-regio evenredig gedeelte van het bedrag, genoemd in artikel 3, en wordt berekend naar rato van het aandeel van de onderwijsinstellingen in de RMC-regio in het landelijke totaal van apc-leerlingen die op 1 oktober 2007 zijn ingeschreven aan een onderwijsinstelling en die op die datum de leeftijd van 22 jaar nog niet hebben bereikt.
  2. Bij de berekening van het aantal leerlingen maakt de minister gebruik van de gegevens, bedoeld in artikel 4b.2.3, eerste lid, onderdeel e, van het Uitvoeringsbesluit WEB en artikel 5, eerste lid, onder b, van het Besluit gebruik persoonsgebonden nummers WVO.
  3. Indien het subsidieplafond niet wordt bereikt, kan de minister het niet verleende bedrag geheel of gedeeltelijk verdelen over alle aanvragers volgens de berekeningswijze, bedoeld in het eerste lid.

Begrotingsvoorwaarde

In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de met inachtneming van artikel 4 verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieontvangers en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen. Paragraaf 3. Indiening aanvraag, beslissing en betaling

Artikel 6. Indiening aanvraag, beslissing en betaling

  1. Het bevoegd gezag van de contactschool dient de subsidieaanvraag voor de schooljaren 2009–2010 en 2010–2011 op een zodanig tijdstip in dat deze uiterlijk op 15 oktober 2009 is ontvangen door de minister. Aanvragen die na deze datum worden ontvangen, worden afgewezen.
  2. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door inzending van een volledig ingevuld formulier dat als bijlage A bij deze regeling is opgenomen.
  3. De minister beslist uiterlijk in november 2009 op de aanvragen, bedoeld in het eerste lid.
  4. De bevoorschotting vindt verspreid over het schooljaar plaats en wordt in het besluit tot subsidieverlening bekend gemaakt.

Paragraaf 4. Aan de subsidie verbonden verplichtingen

Artikel 7. Bestedingswijze

1. De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. 2. De subsidie wordt vóór 1 januari 2012 besteed. 3. De beheerskosten bedragen niet meer dan: a. € 5.000, indien het subsidiebedrag lager is dan € 100.000; b. € 10.000, indien het subsidiebedrag hoger is dan of gelijk is aan € 100.000 maar lager is dan € 500.000; c. € 15.000, indien het subsidiebedrag hoger is dan of gelijk is aan € 500.000 maar lager is dan € 1.000.000; of d. € 20.000, indien het subsidiebedrag hoger is dan of gelijk is aan € 1.000.000.

Artikel 8. Inrichtingswijze

  1. De plusvoorziening wordt zodanig ingericht dat de leerlingen voor wie de plusvoorziening is bedoeld, hiervan optimaal kunnen profiteren.
  2. De inrichting van de plusvoorziening is gericht op continuïteit van de voorziening na afloop van het schooljaar 2010–2011.
  3. Het plan van aanpak voor de plusvoorziening wordt afgestemd met en ter instemming voorgelegd aan de RMC-contactgemeente.

Artikel 9. Samenwerkingsovereenkomst 1

. De subsidieontvanger zorgt ervoor, dat de onderwijsinstellingen in een RMC-regio die een convenant hebben gesloten, ten behoeve van het opzetten en verder ontwikkelen van een of meer plusvoorzieningen voor de desbetreffende RMC-regio met elkaar samenwerken op basis van een samenwerkingsovereenkomst. 2. In de samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt in elk geval geregeld: a. welke onderwijsinstellingen in de RMC-regio aan de plusvoorziening voor de betreffende RMC-regio deelnemen; b. welke onderwijsinstelling optreedt als contactschool; c. welk deel van de subsidie voor de plusvoorziening is bestemd voor beheerskosten van de contactschool; en d. hoe de subsidie voor het overige wordt besteed en verantwoord. 3. De subsidieontvanger zorgt ervoor dat een onderwijsinstelling die geen convenant heeft ondertekend, maar wel aan de plusvoorziening voor de betreffende regio wenst deel te nemen, in de gelegenheid wordt gesteld samen te werken op de wijze bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10. Inhoudelijke verantwoording

1. Uiterlijk op 1 maart 2010 dient de subsidieontvanger bij de minister een plan van aanpak in, waarin een omschrijving wordt gegeven van de plusvoorziening die in de RMC-regio wordt opgezet dan wel verder ontwikkeld en waaruit de instemming van de RMC-contactgemeente met het plan blijkt. Het plan van aanpak gaat vergezeld van de samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel 9. 2. Het plan van aanpak, bedoeld in het eerste lid, omvat tenminste de volgende onderdelen: a. naam en contactgegevens van de contactschool en de contactgemeente en de naam van de RMC-regio; b. de specifieke doelstelling van de desbetreffende plusvoorziening in kwalitatieve en kwantitatieve zin; c. een omschrijving van de doelgroep van de desbetreffende plusvoorziening, in het bijzonder de aard van de problematiek waarmee zij te maken heeft, de omvang en de onderwijsachtergrond van deze doelgroep; d. een omschrijving van het gecombineerde aanbod, in de zin van onderwijs, zorg- en hulpverlening en eventueel arbeidstoeleiding, dat deze doelgroep wordt aangeboden in algemene zin; e. de partijen waarmee wordt samengewerkt in de plusvoorziening; f. de planning en de begroting van de desbetreffende plusvoorziening; g. de wijze waarop monitoring en evaluatie van de desbetreffende plusvoorziening wordt vormgegeven; h. een stappenplan voor de structurele voortzetting van de desbetreffende plusvoorziening na 2011. 3. Uiterlijk op 1 september 2010 dient de subsidieontvanger bij de minister een tussenrapportage in waarin de stand van zaken van de uitvoering van de plusvoorziening wordt beschreven. 4. Uiterlijk op 1 juli 2012 dient de subsidieontvanger bij de minister een eindrapportage in, waarin een beschrijving wordt gegeven van de resultaten van de plusvoorziening en de wijze waarop in de continuïteit van de plusvoorziening wordt voorzien. 5. De rapportages, bedoeld in het derde en vierde lid, worden ingericht volgens het format dat daartoe als bijlagen B en C bij deze regeling is opgenomen.

Artikel 11. Financiële verantwoording

De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, met model G, behorende bij de richtlijn RJ 660, alinea 212, zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving, van de contactschool. De verwerking van niet-bestede middelen geschiedt in de jaarrekening van het laatste jaar van besteding. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie.

Artikel 12. Meldingsplicht

De contactschool doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de minister van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging of intrekking van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd. Paragraaf 5. Intrekking en terugvordering

Artikel 13. Intrekking en terugvordering

1. Onverminderd artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidieverlening ingetrokken, indien de betrokken RMC-contactgemeente niet heeft ingestemd met het plan van aanpak, bedoeld in artikel 10 eerste en tweede lid. 2. Onverminderd artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidieverlening ingetrokken, indien het plan van aanpak niet kan leiden tot het doel dat met deze regeling wordt beoogd.

Aanvragen subsidie

De subsidieaanvraag wordt op een volledig ingevuld en door het bevoegd gezag van de contactschool ondertekend formulier met het kenmerk CFI-59017 ingediend bij Centrale Financiën Instellingen, ter attentie van Unit Bekostiging, postbus 606, 2700 ML Zoetermeer. 

Hulp nodig met je aanvraag?

Alles leuk en aardig horen we je zeggen, maar ik ben geen specialist. Maar wij wel! Kom je er niet aan uit? We helpen je graag op weg via onze uitgebreide kennisbank, ons unieke stappenplan en een on demand webinar.

Vertel me meer
Webinar subsidieaanvragen fondswervingonline fondswerving

Contact

Funding informatie

Onze aandacht gaat uit naar
Onderwijs
Zorg en welzijn
Wij zijn werkzaam in
Nederland
Deel deze pagina

Deze informatie bekijken?

Begin direct met het realiseren van jouw ambities. We helpen je met het vinden en aanvragen van financiële middelen voor je organisatie of project!

Meer dan 4800 subsidies, fondsen, fiscale regelingen en kredieten

Jouw eigen persoonlijke dashboard

Alle actuele en relevante informatie onder één dak

Word nu lid

Je bent al lid voor slecht €33,- per maand.
Ja, ik wil nu direct lid worden