Subsidieregeling VWS-subsidies

De nieuwe subsidieregeling beslaat het hele VWS-terrein dat is onderverdeeld in vijf algemene beleidsterreinen: gezondheidsbevordering, gezondheidsbescherming, gezondheidszorg, maatschappelijke zorg en sport. Voor de laatste twee beleidsterreinen geldt dat alleen subsidie kan worden verstrekt als de aanvraag betrekking heeft op activiteiten die van landelijke betekenis zijn. VWS kan met de nieuwe regeling flexibeler omgaan met het subsidie-instrument; een flink aantal beleidsterreinen is sterk in beweging en heeft te maken met beleidswijzigingen. De nieuwe regeling kent alleen algemene subsidieregels. Zodra er sprake is van beleidsspecifieke criteria, aanvullingen of afwijkingen kunnen die in aparte subsidieregelingen worden opgenomen.

Voor instellingen is het belangrijk te weten voor welke beleidsterreinen en activiteiten ze subsidie aan kunnen vragen. De minister meldt daarom op grond van de Kaderwet VWS-subsidies de hoofdlijnen van zijn subsidiebeleid aan de Tweede Kamer. De meldingsplicht geldt ook voor tussentijdse wijzigingen. Voor het welzijnsterrein gold een soortgelijke regeling al: ééns in de vier jaar werden de hoofdlijnen van het subsidiebeleid kenbaar gemaakt.

Nieuwe inrichting van de regelgeving

Wat staat er nu in de nieuwe subsidieregeling? In de nieuwe subsidieregeling zijn gedeeltes overgenomen uit: - het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, respectievelijk het Besluit volksgezondheidsubsidies. - de Subsidieregeling welzijnsbeleid, respectievelijk de Subsidieregeling volksgezondheid. Een deel van de oude regels is vervallen, onder meer om de administratieve lasten te verminderen, terwijl een aantal andere regels zijn vereenvoudigd en/of gewijzigd. Daardoor zijn de subsidieregels beter te beheren en ontstaat de mogelijkheid om flexibeler te subsidiëren. De Subsidieregeling VWS-subsidies bevat de algemene subsidieregels die zowel ontvanger als minister in acht moeten nemen. De regels voor de aanvraag staan erin, de wijze van bevoorschotting, de voorwaarden waaronder de subsidie verstrekt kan worden, de verplichtingen waar de ontvanger aan moet voldoen, regels over de verantwoording en vaststelling van de subsidie, en de wijze waarop de subsidie berekend wordt. VWS kan voor aparte of bijzondere subsidies, in een afzonderlijke ministeriële regeling, afwijkende of aanvullende regels stellen. De subsidieregeling onderscheidt daarnaast projectsubsidies en instellingssubsidies: - Projectsubsidies zijn eenmalig, voor de looptijd van een project. - Instellingssubsidies hebben een structureel karakter en worden in beginsel jaarlijks verstrekt, mits aan de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan en dit binnen de beleidskaders past. Voor beide subsidievormen heeft de subsidieregeling eigen regels, maar sommige regels gelden voor beide subsidievormen.

Overzicht van de wijzigingen

Op de volgende pagina worden eerst de belangrijkste wijzigingen opgesomd die gelden voor project- en instellingssubsidies. Daarna volgen de belangrijkste specifieke wijzigingen voor instellingssubsidies en tot slot voor projectsubsidies. De nieuwe subsidieregeling eist bij de aanvraag geen liquiditeitsprognose meer. De regeling schrijft de wijze van bevoorschotting voor; afwijkingen zijn, mits gemotiveerd, mogelijk. - Het overleggen van de statuten of inschrijving in het register hoeft niet meer. Indien nodig vraagt VWS deze documenten zelf op. - Voor de aanvraag van een subsidieverlening en de aanvraag voor een subsidievaststelling bestaan verplichte formulieren. Deze formulieren kunnen worden gedownload en teruggestuurd. - Vanaf september 2006 komt een portal ter beschikking. Via deze portal is het mogelijk om de subsidieverlening of -vaststelling elektronisch aan te vragen. - Het controleprotocol staat uitgeschreven in een bijlage bij de regeling. - De accountantverklaring moet op een voorgeschreven formulier worden opgesteld

Wijzigingen voor instellingssubsidies

- Voor instellingssubsidies is de facultatieve afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing verklaard. Dit betekent dat naast de regels uit de subsidieregeling ook de artikelen 4:58 tot 4:80 van de Awb van toepassing zijn, met uitzondering van artikel 4:64, eerste lid en artikel 4:71. Afdeling 4.2.8 geeft algemene regels voor per boekjaar verstrekte subsidies. - De subsidie wordt berekend op basis van een goedgekeurd activiteitenplan. Vervolgens wordt een maximale budgetsubsidie verleend. Na de uitvoering van de goedgekeurde activiteiten wordt de subsidie vastgesteld overeenkomstig de subsidieverlening. Alleen als de activiteiten niet conform de verlening worden uitgevoerd of als de aanvrager niet aan zijn verplichtingen voldoet kan de subsidie lager worden vastgesteld dan was verleend. - Door toepassingverklaring van afdeling 4.2.8. van de Awb introduceert de subsidieregeling de ‘egalisatiereserve’. De risicoreserve uit de oude regeling vervalt. De ontvanger van een instellingssubsidie vormt een egalisatiereserve waarin eventuele overschotten van het subsidiegeld worden ondergebracht. Dit gebeurt overeenkomstig de berekenings- wijze uit de regeling. - Bij de hoogte van de subsidieverlening in enig jaar wordt in beginsel de omvang van de egalisatiereserve in aanmerking genomen. - Binnen de budgetsubsidie is het mogelijk om gedurende het boekjaar tussen de begrotingsposten te schuiven. - De beslistermijn voor VWS voor de vaststelling van de subsidie was onder de oude regelgeving zes maanden, onder de nieuwe regeling wordt dat vijf maanden.

Wijzigingen voor projectsubsidies

- De definitie van projectsubsidie is gewijzigd. Onder de oude regeling kon projectsubsidie worden verleend voor activiteiten die incidenteel waren. Onder de nieuwe regeling is de subsidie zelf incidenteel, maar kunnen de activiteiten wel structureel zijn. Een projectsubsidie kan dus slechts één keer voor dezelfde activiteiten verstrekt worden. - Voor projectsubsidies tot 20.000 euro kent de nieuwe regeling een vorm van lumpsum-subsidie. Indien er in een specifiek geval voor lumpsum-subsidie wordt gekozen, wordt de subsidie vóór de aanvang van de activiteiten meteen vastgesteld. Er hoeft dus niet meer achteraf verantwoord te worden. De subsidieontvanger hoeft slechts een bij de vaststelling voorschreven verklaring te overleggen waaruit blijkt dat de activiteiten zijn uitgevoerd. De vorm van deze verklaring kan per subsidie verschillen. - Voorschotten worden gelijkmatig over het aantal maanden waarvoor subsidie wordt verstrekt, verleend. - Onder de oude regeling was de aanvraagtermijn voor projectsubsidie 13 weken voor aanvang van het project. De nieuwe regeling eist alleen nog dat de aanvraag wordt ingediend voor aanvang van de te subsidiëren activiteiten. - De beslistermijn voor VWS voor de vaststelling van de subsidie was onder de oude regelgeving zes maanden, onder de nieuwe regeling wordt dat vier maanden.

Aanvragen subsidie

Het doel van de activiteiten, die in aanmerking komen voor subsidie moet zich richten op een van de beleidsterreinen van VWS: gezondheidsbevordering, -bescherming of –zorg; maatschappelijke zorg, sport danwel jeugd en gezin. Aanvragen voor projectsubsidies moeten vóór aanvang van de activiteiten ingediend worden. Aanvragen voor instellingssubsidies moeten voor 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar te worden ingediend. Het te laat indienen van een aanvraag instellingssubsidie heeft gevolgen voor het uitbetalen van de subsidievoorschotten in het betreffende subsidiejaar.

Lump sum subsidies

Subsidieaanvragen kleiner dan € 20.000,- kunnen als lumpsum worden verleend. Het ministerie verleent en stelt direct de subsidie vast. Daarna moet binnen de afgesproken termijn een prestatieverklaring worden ingediend.

Subsidievaststelling

Een instelling is verplicht om binnen vier maanden na afloop van de subsidieperiode een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen. Het ministerie toetst vervolgens of de activiteiten tijdig, volledig en conform de gestelde (kwaliteits-)eisen, zijn uitgevoerd. Op de pagina 'Verantwoorden subsidie' staat welke bijlagen bij de verantwoording moeten worden meegestuurd.

Verantwoorden van subsidies verleend voor 1 juli 2006

Voor projectsubsidies die voor 1 juli 2006 zijn verleend, geldt dat de Subsidieregeling welzijnsbeleid of de Subsidieregeling volksgezondheid nog van toepassing is. Voor subsidies die na 1 juli 2006 zijn verleend, geldt in het algemeen de Subsidieregeling VWS-subsidies. Als de subsidie is verleend op basis van de Subsidieregeling welzijnsbeleid of de Subsidieregeling volksgezondheid, kan de aanvraag tot vaststelling met de gebruikelijke verantwoordingsstukken bij het ministerie van VWS worden ingediend. Bij onduidelijkheden kan contact worden opgenomen met het Serviceplein Subsidies: 070-3405555 (keuze 4).

Vaststellingsbeleid subsidies

Bij het vaststellen van de subsidies wordt ingeval van te laat, onvolledig of incorrect indienen van stukken een verlaging van het subsidiebedrag met ten hoogste 10% van het verleende bedrag gehanteerd. Volledigheidshalve wordt hierbij vermeld dat de verlaging van de subsidie wegens het niet tijdig en volledig voldoen aan de wettelijke voorschriften los staat van de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag tot vaststelling. Indien op basis van de beschikbare informatie geconcludeerd wordt dat de subsidie niet op de bestemde wijze is aangewend kan het bedrag van de subsidie verder verlaagd worden. Zelfs vaststelling op nihil behoort dan tot de mogelijkheden. (zie ook de toelichting)

Bezwaar

Een belanghebbende kan tegen een besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB-procedure). Dit kan door binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen bij het ministerie. Deze termijn start na de dag waarop het besluit is gedagtekend. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn door de indiener en moet tenminste bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het bestreden besluit (bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit) en de gronden van het bezwaar. Stuur uw bezwaar naar: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. of: Programmaministerie Jeugd en Gezin t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. 

Contact