Innovatie en technologie

SBIR Subsidie 500000 euro beschikbaar voor innovatieopdrachten in de binnenvaart

In het kader van het subsidie programma VoortVarend Besparen stelt Verkeer en Waterstaat een bedrag van 500.000 euro beschikbaar voor het ontwikkelen van innovatieve hulpmiddelen die binnenvaartschippers ondersteunen bij zuinig vaargedrag. Met deze innovaties wil het ministerie brandstofbesparing in de binnenvaart stimuleren, om zo de uitstoot van broeikasgassen en andere schadelijke emissies te reduceren.

Toepassing

Deze oproep is speciaal gericht aan bedrijven die actief zijn in de transportsector en ervaring hebben met navigatiesoftware, telematica en/of meet en regeltechniek, ook andere bedrijven kunnen een voorstel indienen.

​Innovaties die schippers helpen

Om aan boord van een binnenvaartschip goede brandstofbesparende maatregelen te nemen is kennis van een aantal zaken nodig:

  • de positie van het schip, eventuele tussenstops en het einddoel
  • de vaarwegen en de vaaromstandigheden (zoals waterstand, bruggen en sluizen) op de route
  • het brandstofgebruik in verhouding tot de belading
  • de snelheid en de tijd die beschikbaar zijn om de route te varen.

In de binnenvaartsector zijn al systemen op de markt die de schipper deze informatie verschaffen en helpen om energiezuiniger te varen. De meest simpele vorm daarvan is een brandstofverbruikmeter. Hulpmiddelen die op basis van de verschillende informatiebronnen een advies of inzicht geven aan de schipper zijn in beperkte mate beschikbaar.

De overheid wil het aanbod hulpmiddelen vergroten. De voorkeur gaat uit naar producten of systemen die, bijvoorbeeld via internet, bijdragen aan een gezamenlijke kennisdatabase. Het systeem moet betaalbaar zijn en het liefst ook makkelijk te integreren met nu gebruikelijke systemen aan boord van binnenvaartschepen.

Geen subsidie maar opdracht

Het ministerie hanteert voor deze innovatieopdracht de SBIR-methode (Small Business Innovation Research). SBIR is een financieringsinstrument van de overheid waarbij gewerkt wordt met opdrachten in plaats van subsidie. De opdrachten worden in principe tot 100% vergoed. Hierdoor is er voor de opdrachtnemer géén co-financiering of eigen investering noodzakelijk voor de eerste twee fases van de productontwikkeling.