Subsidies

Subsidie behoud werkgelegenheid

Subsidie als tegemoetkoming in de loonkosten, wanneer een werkgever verwacht in de periode 1 juni 20202 tot 30 november 2020 geconfronteerd te worden met een daling van de omzet van ten minste 20%. De subsidie wordt verleend over de loonsom in de periode 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020. 

Jaarbudget:
Variabel
Per uitgifte
Afhankelijk van aanvraag
Indientermijn:
-

Realiseer jouw ambitie

Realiseer jouw ambitie

Meld je hier aan

Toepassing

Subsidie om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten, indien sprake is van een acute terugval in de omzet met ten minste 20% gedurende een periode van vier maanden, vanwege een vermindering in bedrijvigheid door buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend, voor zover geen winst of bonussen worden uitgekeerd of eigen aandelen worden aangekocht, zodat werkgevers zoveel mogelijk werknemers in dienst kunnen houden voor de uren die zij werkten voordat sprake was van deze terugval.

Voorwaarden

  • De subsidieverstrekker kan aan een werkgever, die gedurende een aaneengesloten periode van vier kalendermaanden in de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 november 2020 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van ten minste 20%, per loonheffingennummer een subsidie verlenen over de loonsom in de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020
  • Als aan een werkgever subsidie op grond van de eerste tranche subsidieregeling is verleend, dan sluit de omzetperiode aan op de periode van de eerste tranche subsidieregeling, tenzij de werkgever voorafgaand aan de subsidieaanvraag verzocht heeft de beschikking tot subsidieverlening op grond van de eerste tranche subsidieregeling in te trekken

Bepaling van de omzetdaling

  • De omzetdaling wordt vastgesteld door het verschil tussen de referentie-omzet en de omzet in de omzetperiode te delen door de referentie-omzet. De uitkomst van deze berekening wordt uitgedrukt in hele procenten en naar boven afgerond
  • De referentie-omzet, voor bepaling van de omzetterugval, is de omzet over het kalenderjaar 2019, gedeeld door drie
  • Als de werkgever de bedrijfsuitoefening na 1 januari 2019 is aangevangen, dan is de referentie- omzet de omzet over de periode vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de aanvang van de bedrijfsuitoefening tot en met 29 februari 2020, gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met vier
  • Als de werkgever na 1 januari 2019 een economische eenheid heeft overgenomen in de zin van artikel 7:662 van het Burgerlijk Wetboek, dan wordt de referentie-omzet berekend door de omzet over de periode vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de overgang tot en met 29 februari 2020, te delen door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, en te vermenigvuldigen met vier. Dit  wordt toegepast indien de werkgever daar bij de subsidieaanvraag om verzoekt
  • Als een werkgever in de periode van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020 een onderdeel of activiteit heeft afgestoten, dan is de referentie-omzet de omzet vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de afstoting van het onderdeel of de activiteit tot en met
    29 februari 2020, gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met vier. Als in de periode van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020 meerdere onderdelen of activiteiten zijn afgestoten, wordt gerekend vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de afstoting van het laatste onderdeel of de laatste activiteit
  • Voor de omzetdaling wordt uitgegaan van de omzetdaling van de natuurlijke of rechtspersoon
  • Indien de rechtspersoon of vennootschap onderdeel is van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt, in afwijking van het zesde lid, uitgegaan van de omzetdaling van de groep zoals deze op 1 juni 2020 bestond. Indien de rechtspersoon een dochtermaatschappij is van een ander als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, worden de dochtermaatschappij en de rechtspersoon voor de werking van deze regeling behandeld als waren zij een groep. Voor de bepaling van de omzetdaling als bedoeld in de eerste zin worden de Nederlandse rechtspersonen en vennootschappen in aanmerking genomen, alsmede buitenlandse rechtspersonen en vennootschappen met loon in Nederland

Afwijking van bepalen omzetdaling op niveau concern of groep

  • Aan aan de werkgever die deel uitmaakt van een groep en die daar bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie om verzoekt kan subsidie worden verstrekt waarbij de omzetdaling wordt bepaald op basis van de omzetdaling van die rechtspersoon of vennootschap afzonderlijk, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan
    • De rechtspersoon of vennootschap heeft geen bedrijfsmatige activiteiten die voor meer dan de helft bestaan uit het binnen de groep ter beschikking stellen van arbeidskrachten
    • De werkgever handelt in overeenstemming met een van dagtekening voorziene overeenkomst over werkbehoud, die door hem voorafgaand aan de subsidieaanvraag wordt aangegaan met de belanghebbende verenigingen van werknemers, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet melding collectief ontslag, en bij gebreke daarvan, of indien de werkmaatschappij minder dan 20 werknemers heeft, een andere vertegenwoordiging van werknemers
    • De andere rechtspersonen of vennootschappen binnen een groep voeren geen opdrachten of projecten uit die ten koste kunnen gaan van de rechtspersoon of vennootschap waarvoor de omzetdaling met toepassing van dit artikel wordt bepaald; en
    • De omzetdaling van de groep bedraagt minder dan 20% in de omzetperiode
  • Indien en voor zover werknemers van de rechtspersoon of vennootschap, waarvan de omzet met toepassing van het eerste lid wordt vastgesteld, in de omzetperiode werkzaamheden verrichten bij een andere rechtspersoon of vennootschap, wordt de omzet van de rechtspersoon of vennoot- schap naar boven bijgesteld. Voor de berekening van de verhoging wordt de omzet over 2019 afgezet tegen de loonkosten over 2019. Deze verdeling wordt toegepast op de loonkosten zoals deze zijn ingezet bij de andere rechtspersoon of vennootschap en toegerekend aan de omzet over de omzetperiode
  • Bij toepassing  worden bij de berekening van de omzet:
    • Dezelfde verrekenprijsregels en grondslagen van waardering en resultaatbepaling gehanteerd als in de laatste voor 1 juni 2020 vastgestelde jaarrekening; en
    • Mutaties in de voorraden gereed product toegerekend aan de omzet
  • Bij toepassing van dit artikel kan een groepsdeel als bedoeld in artikel 405, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bestaande uit een tussenholding en haar groepsmaatschappijen worden behandeld als waren zij één rechtspersoon

Subsidie

Bepaling hoogte subsidie

  1. De hoogte van de subsidie is de uitkomst van: A x B x 4 x 1,4 x 0,9
    Hierbij staat:
    A voor het percentage van de omzetdaling
    B voor de loonsom waarbij wordt uitgegaan van de totale loonsom van werknemers waarvoor de werkgever het loon heeft uitbetaald in het tijdvak, met dien verstande dat:
    1. A. De uitbetaling van vakantiebijslag in het gehanteerde aangiftetijdvak niet wordt meegenomen bij de vaststelling van de loonsom, met uitzondering van de uitbetaling van vakantiebijslag door de werkgever die geen vakantiebijslag voor de werknemer reserveert, als bedoeld in artikel 5, derde lid, van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen
    2. B. De loonsom wordt vermenigvuldigd met 0,926, indien de werkgever geen vakantiebijslag voor de werknemer reserveert, als bedoeld in artikel 5, derde lid, van het Dagloonbesluit werk- nemersverzekeringen
    3. C. De loonsom wordt verminderd met een extra periode salaris dat naast het reguliere loon en vakantiebijslag wordt uitbetaald in het tijdvak, en
    4. D. Het in aanmerking te nemen loon per werknemer niet meer bedraagt dan € 9.538 per tijdvak van een maand, berekend na toepassing van de bovenstaande onderdelen a tot en met c​​​
  2. ​​​​Voor de loonsom, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van het loon over het derde aangifte- tijdvak van het jaar 2020, met dien verstande dat indien er sprake is van een aangiftetijdvak van vier weken, de loonsom in dat aangiftetijdvak wordt verhoogd met 8,33 procent
  3. Indien er geen loongegevens zijn over het tijdvak, bedoeld in het tweede lid, wordt uitgegaan van het loon over de maand november van het jaar 2019. Indien er sprake is van een aangiftetijdvak van vier weken, wordt uitgegaan van het loon over het twaalfde aangiftetijdvak van het jaar 2019, waarbij de loonsom in dat aangiftetijdvak wordt verhoogd met 8,33 procent.
  4. Indien er geen sprake is van een aangiftetijdvak van een maand of vier weken, wordt het loon per werknemer herleid naar een loon per aangiftetijdvak van een maand
  5. Indien de loonsom bedoeld onder de letter C lager is dan viermaal de loonsom als bedoeld in het eerste lid, onder de letter B, wordt de subsidie verlaagd met:
    (B x 4 – C) x 1,4 x 0,9
    Hierbij staat:
    B voor de loonsom, zoals berekend op grond bovenstaande
    C voor de loonsom over de periode 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020, met dien verstande dat bovenstaande van overeenkomstige toepassing is, waarbij de gehanteerde aangiftetijdvakken het zesde tot en met het negende aangiftetijdvak van het jaar 2020 zijn
  6. Indien er sprake is van een werkgever die per vier weken aangifte doet voor de loonheffingen, wordt de loonsom, bedoeld in het vijfde lid, onder de letter C, verhoogd met 8,33 procent. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing
  7. De in aanmerking te nemen gegevens uit de loonaangifte van de werkgever ten behoeve van de bepaling van de letter B worden beoordeeld op grond van de loonaangifte zoals die uiterlijk op 15 mei 2020 is ingediend, alsmede de aanvullingen daarop die uiterlijk op die datum hebben plaatsgevonden
  8. De in aanmerking te nemen gegevens uit de loonaangifte van de werkgever ten behoeve van de bepaling van de letter C, bedoeld in het vijfde lid, worden beoordeeld op grond van de loonaangifte zoals die uiterlijk op 16 november 2020 is ingediend, alsmede de aanvullingen daarop die uiterlijk op die datum hebben plaatsgevonden. Indien de loonaangifte na laatstgenoemde datum naar beneden wordt bijgesteld, kan de Minister besluiten de gewijzigde loonaangifte in aanmerking te nemen voor de vaststelling van de loonsom, bedoeld in het vijfde lid, onder de letter C.
  9. Indien de werkgever in de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 een verzoek om toestemming heeft gedaan om de arbeidsovereenkomst van één of meer werknemers op te zeggen op grond van artikel 669, derde lid, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wordt de subsidie verlaagd met: D x 3 x 1,4 x 0,9

    Hierbij staat D voor het loon dat de werknemers, bedoeld in de eerste zin, hebben ontvangen, berekend overeenkomstig het eerste tot en met het vierde lid.
  10. Het negende lid is niet van toepassing indien de werkgever het verzoek om toestemming heeft ingetrokken binnen vijf werkdagen nadat het verzoek is ingediend

Verlaging van de subsidie

  • Het subsidiebedrag wordt verlaagd met 5% indien de werkgever:
    • In de periode van 30 mei 2020 tot en met 30 september 2020 een melding doet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet melding collectief ontslag; en
    • In de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 verzoeken om toestemming heeft gedaan om de arbeidsovereenkomst van twintig of meer werknemers per werkgebied in de zin van de Wet melding collectief ontslag op te zeggen op grond van artikel 669, derde lid, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
  • Het subsidiebedrag wordt niet verlaagd, indien de werkgever na het doen van een melding als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet melding collectief ontslag met de belanghebbende verenigingen van werknemers als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet melding collectief ontslag, of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers over iedere melding:
    • Overeenstemming heeft bereikt over de noodzaak van het aantal te vervallen arbeidsplaatsen; of
    • Indien geen overeenstemming is bereikt gezamenlijk de Stichting van de Arbeid verzocht heeft te beoordelen of het voorgestelde aantal te vervallen arbeidsplaatsen noodzakelijk is en de werkgever het verzoek niet heeft ingetrokken

Aanvragen

Via een aanvraagformulier (zie links).

Let op
De werkgever kan eenmaal per loonheffingennummer een subsidieaanvraag indienen.

 


 

Indientermijn

Hulp nodig met je aanvraag?

Alles leuk en aardig horen we je zeggen, maar ik ben geen specialist. Maar wij wel! Kom je er niet aan uit? We helpen je graag op weg via onze uitgebreide kennisbank, ons unieke stappenplan en een on demand webinar.

Vertel me meer
Webinar subsidieaanvragen fondswervingonline fondswerving

Funding informatie

Wij ondersteunen deze organisatie types
Non-profit Bedrijf
Onze aandacht gaat uit naar
Arbeid en werkgelegenheid
Wij zijn werkzaam in
Nederland Provincie Drenthe Provincie Flevoland Provincie Friesland Provincie Gelderland Provincie Groningen Provincie Limburg Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Holland Provincie Overijssel Provincie Utrecht Provincie Zeeland Provincie Zuid-Holland
Deel deze pagina

Deze informatie bekijken?

Begin direct met het realiseren van jouw ambities. We helpen je met het vinden en aanvragen van financiële middelen voor je organisatie of project!

Meer dan 4800 subsidies, fondsen, fiscale regelingen en kredieten

Jouw eigen persoonlijke dashboard

Alle actuele en relevante informatie onder één dak

Word nu lid

Je bent al lid voor slecht €33,- per maand.
Ja, ik wil nu direct lid worden