Internationaal ondernemen en ontwikkelingswerk

Als geldschieters zelf aan slag gaan..

Niet op de golfbaan, maar in de klei staan. Veel filantropen houden zich enigszins afzijdig van het project dat ze steunen. Deze geldschieters doet dat helemaal anders.

Tekst: Janneke Juffermans

Dirk Kam

Foto: Dirk Kam

"Ik heb zelf zoveel geluk gehad, ik ben geboren in een vrede en voorspoed, ben geestelijk en fysiek gezond, ben opgegroeid in een harmonieus gezin. Ik heb gezien hoe anders het elders kan zijn. Dan geeft het veel voldoening als je met een bescheiden inzet anderen kunt laten meedelen in jouw geluk. " Aan het woord is Dirk Kwam (65) , econoom, investeerder en ontwikkelingswerker.

Hij richtte met eigen geld een eigen stichting op: Mesics, waarover later meer. Ook investeert hij in zonne-energie en in fondsen die participeren in Afrikaanse bedrijven. 

Contraproductief

Kam (65) besloot na zijn studie economie vervangende dienstplicht te gaan doen. Het was toen nog mogelijk (eind jaren zeventig) om naar Afrika uitgezonden te worden via de overheid. Zo kwam Kam in Congo terecht waar hij voor de VN in Kinshahsa gestationeerd werd.

"Ik kreeg daar twee dingen mee die mijn verdere carrière gevormd hebben: een enorme passie voor de Afrikaanse realiteit en een afkeer van de werkwijze van de VN. Die vond ik inefficiënt en zelfs contraproductief. Er werkten allemaal hoogopgeleide mensen, van wie ik verwachtte dat ze kritisch waren op de resultaten van hun werkzaamheden. Maar ik kreeg de indruk dat ze er vooral zaten om hun eigen project, riante positie en salaris te continueren en dat de resultaten hen geen bal interesseerden."

Kam keerde gedesillusioneerd terug, en ging aan de slag in het bedrijfsleven. Dat legde hem geen windeieren, hij kon er goed van sparen. Ondertussen bleef de liefde voor Afrika sluimeren. In 98, bijna twintig jaar na zijn avontuur in Congo, richtte hij de stichting Mesics op.

'Mesics' staat voor een gezonde mens in een gezond lichaam. "Zelfredzaamheid stond centraal," zegt hij hierover. Afrika is niet gebaat bij hulp, maar bij het stimuleren van zelfredzaamheid. In 5 Afrikaanse landen begon hij kleinschalige projecten en investeerde in het begin zelf. " Dat heeft voor- en nadelen. Ik ga makkelijker met eigen geld om dan met dat van anderen, dus was in het begin iets minder kritisch en durfde meer te proberen.

Een voordeel is ook dat ik veel minder uitgebreid verantwoording hoefde af te leggen aan een donor. Er wordt veel te veel geschreven in de ontwikkelingssamenwerking." Toch sloten andere financiers aan. Steeds meer vrienden raakten geïnteresseerd en via hen bevriende instellingen met wie Kam ging samenwerken. "Dat is ook fijn van zelf financieren, dat je kunt samenwerken als een partij bijvoorbeeld 50 % wil bijdragen, kun je zelf de andere helft bijleggen en hoef je niet op zoek naar nog een financier. Dan schakelt het bovendien heel makkelijk en snel, je begrijpt elkaar." 

Geen pretenties

Hij heeft niet de pretentie dat hij alles kan oplossen. "De macro-problemen als corruptie, malaria en vluchtelingen laat ik terzijde liggen. Ik richt me op individuen, op goede dingen doen met die individuen." Hij bouwt met deze personen ook persoonlijke relaties op en dat is een valkuil. "Het sentiment wordt soms verweven met het zakelijke. Ik wil zo graag dat het slaagt, dat is soms ook 'wishfull thinking'." 

Hij snapt dat sommige financiers de publiciteit schuwen, maar van valse schaamte is hij wars. "Je hoeft helemaal niet zoveel te hebben, of bijvoorbeeld in de quote 500 te staan om te delen. "

Dirk Kam heeft zijn ervaringen opgetekend in het boek "Licht op Afrika."

Ruud Bakhuizen

Foto: Ruud Bakhuizen

Aanstekelijk

"Laatst ben ik met mijn kleinzoon van twintig naar Tanzania geweest. We gingen natuurlijk ook naar het wild kijken, maar kwamen voor de projecten. En hij zei meteen: "Opa, ik wil meedoen.  Dat vind ik mooi, als mensen enthousiast worden. Dit werk is zo aanstekelijk."

Ruud Bakhuizen (72) had altijd al veel belangstelling voor de wereld. Hij hield ervan om er doorheen te reizen, mensen te ontmoeten en culturele verschillen te leren kennen. Als jongetje van veertien had hij zich voorgenomen om later als hij 45 was, iets goeds te doen voor de wereld en toen het zover was realiseerden hij en zijn vrouw zich dat ze hun vergaarde rijkdom en kennis op het gebied van ondernemerschap en wilden delen.

Sinds die tijd investeren ze graag en gul in mensen. Bijvoorbeeld in de mensen die deelnemen aan de projecten van hun stichting Femi een ontwikkelingsorganisatie die mensen helpt een beter bestaan op te bouwen. De organisatie begon met een groep van twintig vrijwilligers en is inmiddels in zeven landen actief.

Bakhuizen is er zowel geldschieter als uitvoerder, een combinatie die dilemma's kan oproepen, maar Bakhuizen heeft er weinig moeite mee. "Het enige dilemma is: op welk moment is het niet meer nodig om te geven en kunnen mensen het zelf? Bij Femi wordt geven opgevolgd door uitlenen (micro- en minikredieten) en daarna investeren (grotere leningen / eigen vermogen). Dat moment vinden naar de volgende stap is wel eens lastig."

Hij lacht bij het woord 'filantroop'. "Ik vind dat zo'n moeilijk woord en ik houd niet van moeilijke woorden. Ik weet dat anderen er voor kiezen om een project te steunen zonder er verder mee bezig te zijn, maar ik werk graag met mensen in de samenleving. Ik vind het belangrijk dat als ik iets doe met mijn geld, er ik met mijn hart ook echt bij ben en echt betrokken ben." 
Hij zocht contact met Unicef en reisde in 1991 met de organisatie naar Tsjaad. In Tsjaad ontmoette hij 'veel wijsheid' zoals Bakhuizen het zelf omschrijft. "Mensen die in de meest moeilijke omstandigheden kunnen lachen, genieten en geluk hebben. Daardoor realiseerde  ik me dat ik nog meer tevreden mag zijn met wat ik zelf heb." 

Zelf doen

Hoewel Bakhuizen de kunde van de organisatie Unicef waardeerde zag hij ook nadelen aan hun werkwijze. "De expertise van Unicef ligt echt alleen bij kinderen. Maar soms zijn er om die kinderen op weg te helpen ook andere zaken nodig, zoals werk of een goede infrastructuur. " Op dit soort zaken zag Bakhuizen het werk van Unicef vastlopen. Bakhuizen besloot daarom zijn eigen stichting (Femi) op te zetten om ook de omringende zaken te kunnen regelen die nodig zijn om kinderen op weg te helpen. "Als ik de expertise niet heb, dan zorg ik dat die beschikbaar wordt, bijvoorbeeld door samen te werken met de juiste organisaties of door vrijwilligers met de juiste kennis te betrekken.".

Behalve het inzetten van expertise waar die nodig is, investeert Bakhuizen in langdurige relaties met alle betrokkenen: zowel met stamhoofden als met overheden zit hij om tafel. Dat doet hij niet alleen in het buitenland, maar ook in Nederland.

Zo zet hij zich hier in voor vluchtelingen, kinderen in de jeugdzorg en kinderen die uit huis geplaatst dreigen te worden. "Weet je, ik doe toch liever iets waar een ander iets aan heeft dan dat ik op de golfbaan sta." Hij lacht: "Dat laatste is toch al niets voor mij, ik ben een wandelaar. Dan kom je  mensen tegen en heb je vaak de leukste gesprekken. En daaruit komen vaak weer vruchtbare samenwerkingen voort."

Zelf succesvol aan de slag met fondsenwerving
Fondswervingonline is het snelstgroeiende platform op het gebied van fondsenwerving.
We helpen je bij het vinden en aanvragen van financiële middelen voor je project, maar willen je ook inspireren en motiveren.
Word ook lid van het snelstgroeiende fondsenwervingsplatform, en ontvang een gratis boek over fondsenwerving of sponsoring.